18 Nov 2024
blog

Activa-intensieve herverzekeringscontracten - vanaf 1 januari 2025 voorafgaande instemming van DNB vereist

Blog

Vanaf 1 januari 2025 moeten Nederlandse verzekeraars voorafgaande instemming verkrijgen van De Nederlandsche Bank voordat zij activa-intensieve herverzekeringscontracten wijzigen of aangaan, indien deze contracten de herverzekeraar toestaan activa aan te houden in een derde land. Roderik Vrolijk en Noëlle Biesheuvel lichten deze nieuwe verplichting toe en geven praktische tips met betrekking tot de nieuwe instemmingseis.

Nieuw instemmingsvereiste - Artikel 3:267e Wft

Op 1 januari 2025 treedt de Wijzigingswet Financiële Markten 2024 (Stb. 2024, 241) in werking. Volgens de Wijzigingswet moeten Nederlandse verzekeraars met ingang van 1 januari 2025 voorafgaande instemming van De Nederlandsche Bank (‘DNB’) verkrijgen voordat zij wijzigingen aanbrengen in activa-intensieve herverzekeringscontracten of deze aangaan, die de herverzekeraar toestaat activa aan te houden in een niet-EU-lidstaat (een derde land). Instemming is niet vereist, indien de overeenkomst de overdracht van activa naar een derde land verbiedt.

 

Sinds de invoering van de Solvency II-richtlijn kunnen Europese verzekeraars herverzekeringscontracten sluiten, die niet alleen een risico-overdracht inhouden maar ook een activa-overdracht, of waarbij de herverzekeraar herverzekerde verliezen niet onmiddellijk uitkeert, maar op een later tijdstip. Dit worden ook wel ‘activa-intensieve herverzekeringscontracten’ genoemd. De herverzekeraar zal bij deze contracten zijn winstmarge niet alleen halen uit de ontvangen herverzekeringspremies die zijn betaald voor de risico-overdracht, maar ook uit de beleggingsrendementen op de aangehouden activa.

 

Partijen die Nederlandse verzekeraars overnemen, overwegen relatief vaak een activa-intensieve herverzekeringstransactie. De achtergrond hiervan is dat er veel Nederlandse verzekeraars zijn met langlopende verplichtingen, zoals uitvaartverzekeraars en levensverzekeraars, die om deze reden veel activa onder beheer hebben.

 

DNB zal instemmen met het aangaan of wijzigen van een activa-intensieve herverzekeringscontracten door een verzekeraar, tenzij de toepassing van het prudent person-beginsel (ex artikel 132 van de Solvency II-richtlijn) niet kan worden gewaarborgd. DNB zal beoordelen of de desbetreffende vordering op de herverzekeraar voldoet aan het prudent person-beginsel, zowel in de going-concernsituatie als in situaties waarin er geen sprake meer is van een going-concern zoals bij insolventie van de overnemende herverzekeraar.

 

Het doel van deze wijziging is om ervoor te zorgen dat Nederlandse verzekeraars te allen tijde de prudent-person regel naleven ten aanzien van de activa die op de balans in de verslagstaten zijn opgenomen. Deze maatregel beoogt een aantal risico’s te beperken die samenhangen met activa-intensieve herverzekeringscontracten, zoals verhaalrisico’s, omdat het in derde landen van toepassing zijnde juridische kader niet aansluit op het Europese en Nederlandse kader. Bovendien kan het voorkomen dat het Europese en Nederlandse kader niet worden erkend in dat derde land.

Verzekeraars die dergelijke contracten sluiten zijn zich er in de praktijk niet altijd van bewust dat het verplaatsen van activa via herverzekering naar een derde land, extra juridische inspanning vergt om te allen tijde te kunnen blijven voldoen aan de prudent-person regel.

 

Procedure voor het verkrijgen van instemming van DNB

De procedure voor het verkrijgen van voorafgaande instemming van DNB wordt vastgelegd in het nieuwe artikel 122a van het Besluit Prudentiële Regels Wft (‘Bpr Wft’). Verzoeken om instemming kunnen worden ingediend via het online portaal van DNB (Mijn DNB).

 

Om DNB in staat te stellen te beoordelen of het prudent person-beginsel in acht wordt genomen, dient het instemmingsverzoek te worden onderbouwd, met de volgende documentatie:

  1. het herverzekeringscontract inclusief bijlagen, waaronder een toelichting van de wijze waarop de vordering van de cederende verzekeraar op de herverzekeraar wordt gewaardeerd;
  2. zekerheidsovereenkomsten (indien van toepassing);
  3. informatie over de geografische locatie van de vordering van de cederende verzekeraar op de herverzekeraar en de daarmee samenhangende zekerheden;
  4. een onderbouwing van de toereikendheid van het risicobeheer van de van de cederende verzekeraar met betrekking tot herverzekering;
  5. een analyse van de kredietrisico’s met betrekking tot herverzekering, met inbegrip van de kredietwaardigheid van de herverzekeraar;
  6. gegevens op basis waarvan DNB redelijkerwijs kan beoordelen of zij na de herverzekering nog gebruik kan maken van haar bevoegdheden op grond van artikel 3:137 Wft;
  7. een opinie van de risicobeheerfunctie van de cederende verzekeraar over de door de verzekeraar bij dit verzoek aan DNB verstrekte gegevens alsmede over het vermogen van de verzekeraar om te voldoen aan het prudent person-beginsel.

 

Aangezien de wijziging geen afwijkende beoordelingstermijn voorschrijft, is de verwachting dat DNB instemmingsverzoeken zal behandelen binnen een wettelijke beoordelingstermijn van 6 weken, die kan worden verlengd tot 13 weken.

 

Concept Q&A DNB momenteel ‘in consultatie’

DNB is momenteel bezig met het vaststellen van een Q&A over het nieuwe vereiste van artikel 3:267e Wft. De consultatieperiode van de Q&A is afgelopen op 1 november 2024, maar de definitieve Q&A is nog niet gepubliceerd.

 

In de concept Q&A gaat DNB onder andere in op de vraag of zij verwacht dat bepaalde soorten herverzekering als ‘activa-intensief’ zullen kwalificeren. Volgens de concept Q&A verwacht DNB op dit moment dat de herverzekering van verzekeringen zonder een element van kapitaalsopbouw (risicoverzekeringen) niet zal kwalificeren als ‘activa-intensief’ en dus niet onder het nieuwe instemmingsvereiste zal vallen. Nu de consultatieperiode van de Q&A is afgelopen, zal DNB haar definitieve Q&A naar verwachting op korte termijn definitief vaststellen.

 

Een ander opmerkelijk punt is dat DNB op dit moment verwacht een ‘proportionele benadering’ te hanteren bij de beslissing op een instemmingsverzoek. Een instemmingsverzoek met betrekking tot een ‘niet-materiële’ activa-intensieve herverzekering kan bijvoorbeeld volstaan met beknoptere documentatie. Als deze voorgestelde aanpak uiteindelijk in zijn huidige vorm wordt aangenomen, zou dit een aanzienlijke vermindering betekenen van de administratieve lasten die verband houden met het nieuwe artikel 3:267e Wft.

 

Praktische tips

  • Vanaf 1 januari 2025 is er een nieuwe verplichting voor Nederlandse verzekeraars om vooraf instemming van DNB te verkrijgen voordat zij wijzigingen aanbrengen in een activa-intensief herverzekeringscontract of een herverzekeringscontract aangaan die een herverzekeraar toestaat activa aan te houden in een derde land.
  • Nederlandse verzekeraars die (i) voornemens zijn een bestaand herverzekeringscontract te wijzigen of (ii) een nieuw activa-intensief herverzekeringscontract aan te gaan, dienen rekening te houden met de wettelijke herzieningstermijn van DNB.
  • Een verzoek om instemming moet vergezeld gaan van uitgebreide documentatie. Het verzamelen daarvan kost in de regel veel tijd en moeite. Ons advies: op tijd beginnen.
  • Nederlandse verzekeraars en herverzekeraars uit derde landen dienen, zodra deze is vastgesteld, kennis te nemen van de definitieve Q&A van DNB over deze nieuwe eis.

Keywords

Activa-intensief
Artikel 3:267e Wft
DNB
Financieel recht
Herverzekeringen

Auteur(s)

Roderik Vrolijk

Partner bij Stibbe

LinkedIn

Noëlle Biesheuvel

Associate bij Stibbe

LinkedIn