Instemming van klanten bij verkoop van een assurantieportefeuille
Blog
Recent heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (‘AP’) een artikel op haar website geplaatst over de verkoop van een klantenbestand door een curator. Volgens de AP is daarvoor toestemming nodig van de personen wiens gegevens in dat bestand zijn opgenomen. Dat roept de vraag op of toestemming ook nodig is voor het verkopen van een assurantieportefeuille (binnen en buiten faillissement).
De AP heeft zich recent uitgelaten over de vraag of een curator bevoegd is om het klantenbestand van een failliete onderneming te verkopen zonder toestemming van de betrokkenen. De AP stelt zich op het standpunt dat als de curator een klantenbestand verkoopt, hij de persoonsgegevens aan een andere verwerkingsverantwoordelijke verstrekt. Daardoor is sprake van een verwerking van de gegevens voor een ander doel dan waarvoor ze oorspronkelijk zijn verzameld. Dat mag alleen als het oorspronkelijke doel en het nieuwe doel verenigbaar zijn. Bij de verkoop van een klantenbestand is dat volgens de AP niet het geval. Daarom is de toestemming van de klanten nodig.
Dit bericht is opgepikt door Bureau DFO, die hierover in haar nieuwsbrief een artikel heeft opgenomen. In dat artikel betoogt DFO dat deze redenering waarschijnlijk ook opgaat voor de verkoop van een assurantieportefeuille. Ten minste: als dat door middel van een activatransactie gebeurt.
Die laatste toevoeging van Bureau DFO is terecht. Want als sprake is van een aandelentransactie, dan draagt de assurantietussenpersoon geen portefeuille en/of klantgegevens over aan een derde, maar komt er alleen een andere aandeelhouder. Er is dan geen sprake van een nieuwe verwerkingsgrond. Maar anders dan Bureau DFO betoogt, is mijns inziens ook bij een activatransactie niet zonder meer sprake van een situatie waarin op grond van de AVG toestemming van de klant nodig is. Dat leg ik uit. Van belang is dat het in het door de AP beschreven geval alleen gaat om overdracht van een klantenbestand. In het geval van een assurantieportefeuille wordt er veel meer overgedragen dan alleen de gegevens van de klanten. Publiekrechtelijk ziet het portefeuillerecht op de verzekeringen die door bemiddeling van de assurantietussenpersoon gesloten zijn, of die door overboeking tot zijn portefeuille zijn gaan behoren. Civielrechtelijk is het begrip breder dan dat. Zoals door de Hoge Raad bevestigd in zijn arrest van 6 december 2019 (ECLI:NL:HR: 2019:1909) is een assurantieportefeuille niet een zelfstandig goed, maar een samenstel van rechten en plichten. Zoals de overeenkomst van opdracht tussen de klant en assurantietussenpersoon tot advisering en bemiddeling, het recht op beheer van de gesloten verzekeringen, de aanspraak jegens verzekeraars op provisie en de aan de portefeuille verbonden goodwill. Die rechten en plichten moeten ieder op de daarvoor voorgeschreven wijze worden overgedragen. Dat is anders dan in het door de AP beoordeelde geval. Want als een assurantietussenpersoon door middel van een activatransactie zijn portefeuille verkoopt, draagt hij niet alleen de klantgegevens over, maar (juist ook) de rechtsverhouding met de klant. Het overdragen van de klantgegevens is in dat geval niet het doel op zich, maar het noodzakelijke uitvloeisel van de overdracht van de klantrelatie. Mijns inziens is hier dan ook sprake van een redelijk belang bij de verwerking en is geen aparte toestemming van de klant nodig om diens persoonsgegevens over te dragen aan de koper van de assurantieportefeuille.
Iets anders is, dat je los van de AVG hoe dan ook niet zonder toestemming van de klant een assurantieportefeuille kunt overdragen. Publiekrechtelijk is daarover niets voorgeschreven. In artikel 4:103 lid 4 Wft is alleen bepaald dat de verzekeraar medewerking moet verlenen aan een verzoek tot overdracht van een assurantieportefeuille, behoudens gegronde bezwaren tegen de verkrijgende partij. Maar daarbij gaat het zoals gezegd alleen om de overvoer van de tot de portefeuille behorende verzekeringen. Civielrechtelijk geldt dat als de rechtsverhouding met de klant wordt overgedragen, sprake is van contractoverneming in de zin van artikel 6:159 BW. Daarvoor is de medewerking van de klant vereist. Want die wordt door de verkoop van de portefeuille geconfronteerd met een nieuwe contractuele wederpartij. Die medewerking is vormvrij en kan zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend gegeven worden. Dan moet wel uit de gedragingen van de wederpartij blijken dat de klant de overnemer als zijn nieuwe wederpartij/opdrachtnemer aanvaardt. Koper en verkoper zitten er in de praktijk niet op te wachten om bij alle klanten handtekeningen voor akkoord op te halen. Daarom wordt meestal bij verkoop van een assurantieportefeuille gekozen voor een algemene mededeling aan de klanten dat de portefeuille is verkocht, met een systeem van een negatieve optie. Dus: als de klant niet protesteert tegen de overgang, dan wordt zijn medewerking aangenomen. Dat werkt in de regel prima. Voor de klant geldt dat hij, voor zover nodig, nog extra beschermd wordt door het feit dat hij de nieuwe assurantietussenpersoon op grond van artikel 4:103 lid 2 Wft op elk moment kan vragen om zijn verzekeringen over te boeken naar een andere partij als hij zich toch niet (meer) op zijn plek voelt.
Keywords
Auteur(s)
Manager en advocaat bij BrandMR