Per 1 april nieuwe regels voor vergunningplichtige kredietaanbieders en -bemiddelaars
Blog
Kredietaanbieders en -bemiddelaars opgelet! Met de inwerkingtreding, per 1 april 2024, van de Wet kwaliteit incassodienstverlening (‘WKI’) en het Besluit kwaliteit incassodienstverlening, moeten partijen die buitengerechtelijke incassowerkzaamheden verrichten of aanbieden, een registratie aanvragen bij Screeningsautoriteit Justis (‘Justis’). Daarmee worden ook de kwalitatieve verplichtingen uit de WKI van toepassing, waarop toezicht wordt gehouden door de Inspectie Justitie en Veiligheid (de ‘Inspectie’). Voor vergunninghoudende kredietaanbieders en -bemiddelaars komen de verplichtingen uit de WKI naast de verplichting om een vergunning te hebben van de Autoriteit Financiële Markten (‘AFM’) voor de kredietgerelateerde diensten en het voldoen aan hetgeen krachtens de Wet op het financieel toezicht (‘Wft’) van toepassing is.
Gevolgen van de WKI
Kredietaanbieders en -bemiddelaars vallen na inwerkingtreding van de WKI zowel onder het toezicht van de AFM, als onder het toezicht van de Inspectie. Het feit dat de vergunningplicht en registratieplicht straks naast elkaar zullen gelden is door de wetgever uitdrukkelijk onderkend.
Wij beperken ons in dit artikel tot de gevolgen van de WKI voor (vergunninghoudende) kredietaanbieders of -bemiddelaars, die tevens buitengerechtelijke incassowerkzaamheden verrichten of aanbieden. Achtereenvolgens komen de achtergrond en doel, de reikwijdte, de verplichtingen rondom het registratieregime, de sancties, de toezichthouders en het overgangsrecht rondom de WKI aan de orde.
Achtergrond en doel
Aanleiding voor de WKI is het functioneren van de private incassodienstverlening. Schuldeisers schakelen vaak derden in voor het incasseren van vorderingen. Consumenten krijgen bijvoorbeeld te maken met verjaarde vorderingen, onterechte vorderingen, onterechte of niet inzichtelijke kosten of ontoelaatbaar agressief gedrag. Tot de inwerkingtreding van de WKI golden er geen specifieke regels of wettelijke kwaliteitseisen voor incassodienstverleners, anders dan de regels die thans gelden voor kredietaanbieders en -bemiddelaars op grond van de Wft, de door de AFM gepubliceerde leidraad ‘Consumenten en Incassotrajecten’ en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (‘Bik’). Het doel van de WKI is om de kwaliteit van private buitengerechtelijke incassodienstverlening te vergroten ten behoeve van de schuldenaar, de schuldeiser en de incassodienstverlener en zo de geconstateerde misstanden weg te nemen.
Reikwijdte
Buitengerechtelijke incassowerkzaamheden onder de WKI, zijn activiteiten ter verkrijging van voldoening buiten rechte van een vordering tot betaling van een geldsom. De reikwijdte van de WKI omvat alle werkzaamheden die horen bij incasso op het moment dat een dienstverlener in de buitengerechtelijke fase namens een ander of na de overdracht van een vordering tot betaling (c.q. factoring) overgaat tot het innen van de vordering in het kader van de uitoefening van een daarop gericht beroep of bedrijf. Daarbij dient het te gaan om incassowerkzaamheden ten aanzien van natuurlijke personen in Nederland. Onder natuurlijke personen vallen ook eenmanszaken en vennootschappen onder firma, omdat bij deze rechtsvormen een persoonlijke aansprakelijkheid geldt en schuldeisers een beroep kunnen doen op het privévermogen van de ondernemer(s). Het invorderen van eigen vorderingen valt buiten de reikwijdte van de WKI.
Kredietbemiddelaars die ook vorderingen innen namens een kredietaanbieder en dus assisteren bij het beheer van het krediet, zijn niet alleen vergunningplichtig op grond van de Wft, maar vallen ook onder de reikwijdte van de WKI. De WKI is van toepassing op alle kredietaanbieders en -bemiddelaars die in Nederland incassodiensten verrichten of aanbieden ten aanzien van natuurlijke personen, ongeacht waar zij hun zetel hebben.
Registratieregime
Om buitengerechtelijke incassowerkzaamheden te mogen verrichten of aanbieden is inschrijving in het register verplicht. De kredietaanbieder of -bemiddelaar die de incassowerkzaamheden wil gaan verrichten of aanbieden moet daartoe een aanvraag indienen bij Justis. Een aanvraag moet onder meer een uiteenzetting bevatten hoe de incassodienstverlener aan de regels voldoet omtrent de uitvoering van de werkzaamheden, zoals het vermelden van het registratiekenmerk bij incassowerkzaamheden en de regels omtrent personeel, zoals het periodiek onderhouden van de vakbekwaamheid door middel van cursussen. Verder dienen, voor zover deze gegevens niet uit het Handelsregister blijken, de adres- en contactgegevens, de handelsnamen en namen van bestuurders opgegeven te worden.
Daarnaast moeten in het kader van de registratie zowel de aanvrager als de bestuurders worden getoetst op betrouwbaarheid. Ook een (mede)beleidsbepaler, waaronder mede begrepen een 100 procent aandeelhouder, wordt geregistreerd en op betrouwbaarheid getoetst. Een bestuurder mag niet te werk gesteld worden voordat de registratie is afgerond.
Incassodiensten mogen alleen verricht worden onder de geregistreerde naam, onder het registratiekenmerk dat verkregen wordt door registratie, onder vermelding van de contact- en adresgegevens die in het register staan en alleen wanneer aan de schuldenaar gemeld is dat er incassodiensten worden verricht. Het personeel dat de incassodiensten verricht of aanbiedt, en dus wordt belast met contact met een schuldenaar of schuldeiser, moet beschikken over een verklaring omtrent het gedrag (‘VOG’) die niet ouder is dan drie maanden en mag dus niet te werk gesteld worden voordat dat deze VOG is overgelegd. Voornoemde geldt ook voor personen die aan deze werknemers leidinggeven. Voornoemd personeel dient de vakbekwaamheid, waaronder kennis van de geldende wet- en regelgeving rondom buitengerechtelijke incassowerkzaamheden, de AVG en hoe zij in hun werkzaamheden dienen om te gaan met schuldenaren met problematieke schulden, periodiek te onderhouden.
De incassodienstverlener moet ervoor zorgen dat de opbouw van de vorderingen voor de schuldenaar en de schuldeiser begrijpelijk en inzichtelijk is. De incassodienstverlener moet alle relevante informatie verschaffen aan de schuldenaar en de schuldeiser en moet zich correct opstellen. Dit laatste omvat onder andere, geen dreigende of intimiderende communicatie, alleen communicatie op reguliere tijdstippen, niet dreigen met bepaalde bevoegdheden en rekening houden met de positie van de schuldenaar.
Er moet een website zijn waarop alle nodige informatie terug te vinden is, zoals het registratiekenmerk, het relevante bezoek-, contact-, en e-mailadres, de openingstijden, de telefonische bereikbaarheid, de betalingsmogelijkheden, hoe een betalingsregeling wordt getroffen, de klachten- en geschillenregeling en instanties waarnaar kan worden doorverwezen, bijvoorbeeld schuldhulpverlening.
De incassodienstverlener moet ook beschikken over een deugdelijke administratie, zodat te allen tijde het aantal vorderingen en de stand van het incassoproces inzichtelijk is. Daarnaast moet de bedrijfsvoering zodanig ingericht zijn dat er een duidelijke organisatiestructuur is met verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en eenduidige rapportagelijnen. Hierbinnen moeten ook procedures en maatregelen ingeregeld zijn die de vertrouwelijkheid en integriteit van informatie en de voortdurende beschikbaarheid en beveiliging van geautomatiseerde gegevensverwerking waarborgen. De incassodienstverlener is ook verplicht een klachtenregeling te hebben en aangesloten te zijn bij een geschilleninstantie. Ten aanzien van de in rekening te brengen incassokosten blijven de regels in het Bik gelden.
Sancties
De Inspectie zal in het eerste jaar na inwerkingtreding van de WKI starten met een ingroeimodel voor het toezicht op de naleving om inzicht te krijgen in de omvang en aard van de misstanden en bij welk soort bedrijven zich de meeste risico’s voordoen. Daarna zal, in overleg met de Dienst Justis en andere relevante toezichthouders (waaronder de AFM), de structurele vorm van toezicht worden bepaald. Het toezicht zal zich voornamelijk richten op de naleving van de kwaliteitseisen en andere verplichtingen van de WKI. Om bij tekortkomingen in de naleving van de WKI te kunnen optreden tegen (niet) geregistreerde incassodienstverleners, is voorzien in bestuursrechtelijke sanctiemogelijkheden. Er is een viertal sancties die de Inspectie kan opleggen: (i) een last onder dwangsom; (ii) een bestuurlijke boete waarvan de bedragen kunnen variëren van € 435 tot € 21.750 en € 87.000 voor uitzonderingsgevallen; (iii) de schorsing van de registratie; en (iv) de doorhaling van de registratie. Bovendien geldt dat indien een incassodienstverlener niet geregistreerd is of de registratie is geschorst, de schuldenaar niet aan een betaalverzoek van de desbetreffende incassodienstverlener hoeft te voldoen.
Toezichthouders
Vergunninghoudende kredietaanbieders en -bemiddelaars staan onder toezicht van de AFM. Onder de WKI komt daar, wanneer tevens buitengerechtelijke incassowerkzaamheden worden verricht of aangeboden, de Inspectie als toezichthouder bij. De WKI voorziet in een kennisgevingsplicht tussen toezichthouders. Deze kennisgevingsplicht houdt in dat de AFM, de Inspectie op de hoogte stelt van een overtreding van de WKI, en de Inspectie, de AFM van een overtreding van de Wft. Daarnaast voorziet de WKI in een verplichting voor alle bij deze wet betrokken toezichthouders (Autoriteit Consument en Markt, AFM, Justis, de Inspectie, de deken van de Orde van Advocaten en het Bureau Financieel Toezicht) om een samenwerkingsprotocol op te stellen en wordt de mogelijkheid geopend tot het, onder voorwaarden, uitwisselen van gegevens en inlichtingen die ten aanzien van een verrichter of aanbieder van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verkregen.
Overgangsperiode
Kredietaanbieders en -bemiddelaars die voor het tijdstip van inwerkingtreding al buitengerechtelijke incassowerkzaamheden verrichtten en sindsdien onafgebroken hebben voortgezet, kunnen hun werkzaamheden tot een jaar na inwerkingtreding voortzetten alsof er een registratie is. De registratie aanvraag dient te worden ingediend binnen een jaar na inwerkingtreding van de WKI om de werkzaamheden te mogen voortzetten. De beslissing op de registratie aanvraag hoeft dus niet binnen een jaar te zijn verkregen. Indien men voor de inwerkingtreding van de WKI geen buitengerechtelijke incassowerkzaamheden verrichtte of aanbood, geldt deze termijn niet en mogen pas buitengerechtelijke incassowerkzaamheden verricht of aangeboden worden nadat positief op de aanvraag tot registratie is beslist.