28 Feb 2024
blog

Achmea handelde in strijd met het 'duurzame drager'-vereiste

Blog

Uit twee recente uitspraken van de Geschillencommissie Kifid (‘GC Kifid’) blijkt dat bij elektronisch of telefonisch tot stand gekomen verzekeringen het ‘duurzame drager’-vereiste geldt. Dit vereiste vloeit voort uit artikel 5 van de Richtlijn betreffende verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten. Dit artikel bepaalt dat de verzekeraar de consument, voordat de verzekering is gesloten, in kennis moet stellen van de verzekeringsvoorwaarden. Dat moet op papier of via een voor de consument beschikbare en toegankelijke duurzame drager. De toepasselijke BW-artikelen 6:277b lid 2 en 6:234 lid 2 moeten richtlijnconform worden uitgelegd, omdat artikel 5 van de hiervoor genoemde richtlijn niet is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving.

In beide door GC Kifid beoordeelde gevallen was Achmea betrokken. In het ene geval onder de handelsnaam FBTO (GC Kifid 2023-0988) en in het andere geval onder de handelsnaam Centraal Beheer (GC Kifid 2024-0125).

 

Doorlopende reisverzekering

Consument sluit in 2022 een doorlopende reisverzekering bij FBTO. Het polisblad, waarop staat dat maximaal € 3.000 per gebeurtenis geldt, wordt per e-mail toegezonden met een hyperlink naar de algemene en bijzondere voorwaarden op de website van FBTO.

Bij vertrek per taxi vanuit hun hotel in Düsseldorf leggen zij hun bagage, bestaande uit een koffer en weekendtas, in de achterbak van de taxi. Aangekomen op hun bestemming, rijdt de taxi weg met de bagage. FBTO wijst de geclaimde schade ten belope van ruim € 6.000 af met een beroep op de bijzondere voorwaarden. Onder andere omdat de schade te laat is gemeld, geen aangifte is gedaan bij de plaatselijke politie en niet de normale voorzichtigheid in acht is genomen.

GC Kifid legt uit, dat zij gehouden is de bepalingen waarop FBTO zich beroept te toetsen aan de Europese regelgeving inzake consumentenbescherming. Een effectieve consumentenbescherming kan anders niet worden bereikt.

Consument sloot de verzekering online, maar door een technische storing werd deze niet automatisch verwerkt. Vervolgens nam consument telefonisch contact op, waarna de verzekering alsnog is doorgevoerd. GC Kifid concludeert dat de verzekering elektronisch tot stand is gekomen. Dat consument na de aanvraag telefonisch contact heeft opgenomen om te informeren naar de status van de aanvraag maakt dit niet anders. Derhalve is de richtlijn van toepassing, zodat ambtshalve toetsing is vereist.

FBTO is van mening correct te hebben gehandeld. Het polisblad is per e-mail verstrekt en in de ‘MijnFBTO’-omgeving van consument geplaatst. Bij het verstrekken van de voorwaarden is erop gewezen dat consument de voorwaarden als pdf-bestand op een eigen apparaat dient op te slaan. Daarmee zou zijn voldaan aan de Europese en Nederlandse jurisprudentie.

In lijn met eerdere uitspraken1 is GC Kifid van oordeel dat het verstrekken van de voorwaarden via een hyperlink niet volstaat. Niet kan worden uitgesloten dat de verzekeraar gedurende de looptijd van de verzekering de mogelijkheid houdt om aanpassingen van de voorwaarden te doen. Bovendien is met het plaatsen van de voorwaarden in een ‘mijnomgeving’ niet voldaan aan het criterium van de duurzame drager.

Dit brengt mee dat niet is gebleken dat FBTO heeft voldaan aan de vereisten van artikel 6:227b lid 2 en artikel 6:234 lid 2 BW in combinatie met de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie over het begrip ‘duurzame drager’. Totdat uit Europese rechtspraak anders blijkt, volgt GC Kifid daarom haar eerdere lijn,2 namelijk dat de voorwaarden waarop de verzekeraar zich beroept, buiten toepassing worden gelaten en de consument dus niet binden.

De bepaling dat maximaal € 3.000 per gebeurtenis is gedekt – een kernbeding – valt niet onder de Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten en hoeft daarom niet ambtshalve te worden getoetst. FBTO kan volstaan met betaling van € 3.000.

 

Scooterverzekering

Consument sluit in 2020 telefonisch een scooterverzekering bij Centraal Beheer. Deze bevestigt dit per post. In de brief staat dat consument het polisblad, de groene kaart, de nota, de premiespecificatie en het informatiedocument online kan inzien via Mijn Centraal Beheer. Via deze ‘mijnomgeving’ zijn ten behoeve van de verlenging van de verzekering in 2021 ook het nieuwe polisblad, waarop beveiligingseisen in de vorm van een voertuigvolgsysteem staan vermeld, en de voorwaarden gedeeld.

In mei 2022 constateert de dochter van consument dat haar in de stalling bij het station geparkeerde scooter is gestolen. Consument meldt dit bij Centraal Beheer, welke de schadeclaim afwijst omdat niet is voldaan aan de op het in 2021 verstrekte polisblad vermelde beveiligingseisen.

GC Kifid overweegt dat zij ter bescherming van consument bedingen ambtshalve moet toetsen aan alle Europese richtlijnen die consumentenbescherming bieden – ook als partijen geen beroep doen op de Europese consumentenrechten. Consument stelt niet te zijn geïnformeerd over de eis van het voertuigvolgsysteem. Daarom toetst GC Kifid eerst of Centraal Beheer (op een juiste wijze) heeft geïnformeerd over deze nieuwe eis.

Nieuwe voorwaarden zijn alleen van toepassing als consumenten hierover op de juiste manier zijn geïnformeerd. Hieraan is niet voldaan. Omdat de verzekering via de telefoon tot stand is gekomen, is de Richtlijn over de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten van toepassing.

Op grond van bovengenoemde BW-bepalingen en deze richtlijn moet de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden, ook die op het polisblad, op zodanige wijze ter beschikking stellen dat deze door de klant kunnen worden opgeslagen en voor hem toegankelijk zijn voor latere kennisneming. Centraal Beheer moest de nieuwe voorwaarden dus op tijd, voor aanvang van het nieuwe verzekeringsjaar, op papier of via een voor consument beschikbare en toegankelijke ‘duurzame drager’ in kennis stellen van de nieuwe verzekeringsvoorwaarden. Bijvoorbeeld met een naar het e-mailadres van consument gestuurd pdf-bestand. Zo kan consument de informatie opslaan en zeker zijn dat de inhoud van de informatie niet eenzijdig door Centraal Beheer gewijzigd kan worden.3 Anders gezegd: het document is dan buiten de invloedsfeer van Centraal Beheer gebracht, zodat deze dit niet meer kan veranderen.

In lijn met de hiervoor behandelde uitspraak GC Kifid, 2023-0988 voldoet het aanbieden van documenten in een mijnomgeving niet aan de criteria van een duurzame drager, omdat Centraal Beheer niet kan aantonen dat de informatie die op de mijnomgeving voor of bij het tot stand komen van de verzekering buiten zijn invloedssfeer is gebracht en daarmee ongewijzigd is gebleven. Het maakt hierbij niet uit of consument na de verlengingsdatum heeft ingelogd op de mijnomgeving, omdat er bij voorbaat niet is voldaan aan de wet en de Europese regels.

Omdat Central Beheer niet heeft voldaan aan de het ‘duurzame drager’-vereiste zijn de nieuwe voorwaarden, waaronder de eis van het voertuigvolgsysteem, niet van toepassing. Centraal Beheer dient derhalve dekking te verlenen.

 

Noten

1 GC Kifid 9 oktober 2017, 2017-670, GC Kifid 18 augustus 2023, 2023-0641.

2 Zie onder andere: GC Kifid 18 augustus 2023, 2023-0641.

3 Zie: HvJ EU 5 juli 2012, ECLI:EU:C:2012:419 (Content Services) en HvJ EU 25 januari 2017, ECLI:EU:C:2017:38 (Bawag), overweging 42-44 en 53

Keywords

Amtshalve toetsing
Consument
Duurzame drager
Financieel recht
Financiële diensten op afstand
Verbintenissenrecht

Auteur(s)

Cees de Jong

Hoofdredacteur van Verzekeringsrecht, Aansprakelijkheid, Schade en Toezicht (VAST), verbonden aan het Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) en het Expertisenetwerk voor Financieel Recht (EFR)

LinkedIn