22 Dec 2023
blog

Wet nadere beloningsmaatregelen financiële ondernemingen: einde van de overgangsperiode nadert

Blog

Op 1 januari 2023 is de Wet nadere beloningsmaatregelen financiële ondernemingen in werking getreden, waarmee een deel van de beloningsregels onder de Wet op het Financieel toezicht zijn gewijzigd. Financiële ondernemingen dienen de aangescherpte regels vanaf dat moment na te leven, maar voor een aantal regels geldt, ten aanzien van werknemers die al vóór 1 januari 2023 in dienst waren, overgangsrecht tot 1 januari 2024. Deze overgangsperiode is inmiddels bijna verstreken. Een goed moment om stil te staan bij de regels die binnenkort volledig gelden.

Belangrijkste maatregelen

De Wet nadere beloningsmaatregelen financiële ondernemingen (‘Wnbfo’) heeft een deel van de beloningsmaatregelen zoals neergelegd in de Wet op het financieel toezicht (‘Wft’) gewijzigd en aangescherpt. De belangrijkste wijzigingen worden hieronder toegelicht.

 

1. De invoering van een retentieperiode van vijf jaar voor aandelen en vergelijkbare financiële instrumenten in vaste beloningen.

Het nieuwe artikel 1:130 Wft bepaalt dat wanneer aandelen of andere financiële instrumenten waarvan de waarde afhankelijk is van de waarde van de onderneming (zoals opties), bestanddeel vormen van de vaste beloning, deze gedurende een periode van ten minste vijf jaar na verwerving moeten worden aangehouden. Gedurende die periode mogen de aandelen of vergelijkbare financiële instrumenten dus niet worden verkocht of uitgeoefend.

 

Het doel van deze maatregel is het tegengaan van de ongewenste prikkel die kan uitgaan van aandelen en vergelijkbare instrumenten in vaste beloningen, indien deze zijn gekoppeld aan koersstijgingen op de korte termijn. Door middel van deze retentieperiode worden de belangen van medewerkers meer in lijn gebracht met het langetermijnbelang van de onderneming.

 

2. Aanscherping van de mogelijkheid tot afwijking van het bonusplafond ten aanzien van niet-cao-personeel en invoering van de verplichting jaarlijks mededeling te doen aan de toezichthouder bij gebruik van deze afwijkingsmogelijkheid.

In artikel 1:121 lid 1 Wft is het bonusplafond vastgelegd. Een financiële onderneming mag aan een medeweker een variabele beloning toekennen tot ten hoogste 20 procent van de vaste beloning van de betreffende medewerker op jaarbasis. Op dit bonusplafond bestaan een aantal uitzonderingen, waaronder de uitzondering voor medewerkers wiens beloning niet of niet uitsluitend uit een collectieve arbeidsovereenkomst volgt (artikel 1:121 lid 2 Wft). Voor dergelijk ‘niet-cao-personeel’ geldt een bonusplafond van 100 procent, mits het gemiddelde van de verhoudingen tussen vaste en variabele beloningen van alle medewerkers niet meer dan 20 procent bedraagt.

 

Uit de evaluatie van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (Wbfo) is gebleken dat deze uitzondering te vaak werd gebuikt voor personeel voor wie het niet bedoeld was, zoals personeel dat belangrijke risicoafwegingen maakt of direct met de klant te maken heeft. Om die reden is de mogelijkheid om gebruik te maken van deze uitzondering aangescherpt. Dit is nu enkel mogelijk in uitzonderlijke gevallen (specialistisch hoogwaardig personeel, zoals IT-specialisten) en in ieder geval niet voor medewerkers die (i) interne controlefuncties verrichten, of (ii) zich rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten aan consumenten.

 

Financiële ondernemingen die gebruikmaken van deze afwijkingsmogelijkheid moeten dit sinds 1 januari 2023 jaarlijks melden bij de toezichthouder (artikel 1:120 lid 4 Wft). Bij DNB kan dat via een online dienst en op de website van AFM kan een meldformulier worden gedownload.

 

3. Rekenschap en verantwoording beloningsbeleid.

Sinds 1 januari 2023 dienen financiële ondernemingen in het beloningsbeleid rekenschap te geven van de verhouding van de beloningen in de onderneming tot de maatschappelijke functie van de financiële onderneming en diens positie in de samenleving, alsmede de wijze van totstandkoming daarvan (artikel 1:118 lid 2 onder e en artikel 1:119 lid 3 Wft). Hierover dienen financiële ondernemingen achteraf ook verantwoording af te leggen. Die verantwoording gaat via de bestaande publicatie- en informatieverplichtingen. Dat betekent dat financiële ondernemingen die op grond van de Wft verplicht zijn een bestuursverslag op te stellen, in dat bestuursverslag een beschrijving van voornoemde verhouding moeten opnemen.

 

Overgangsrecht

Als gezegd is de Wnbfo op 1 januari 2023 in werking getreden en dienen de hiervoor genoemde maatregelen per die datum te worden nageleefd. Met betrekking tot (i) de retentieperiode voor financiële instrumenten in vaste beloningen en (ii) de aanscherping van afwijkingsmogelijkheid voor niet-cao-personeel, geldt echter tot 1 januari 2024 een overgangsperiode voor werknemers die al vóór 1 januari 2023 bij de financiële onderneming in dienst waren.

 

Met deze overgangsperiode was beoogd financiële ondernemingen de gelegenheid te geven om in kaart te brengen of en in hoeverre bestaande beloningsafspraken moeten worden aangepast, in overleg te treden met de betrokken werknemers en – waar nodig – nieuwe afspraken te maken of bestaande afspraken te wijzigen om zodoende tijdig aan de aangescherpte beloningsmaatregelen te voldoen. Inmiddels is deze overgangsperiode bijna verstreken.

 

Tot slot

De Wnbfo heeft een aantal belangrijke wijzigingen met zich gebracht. Financiële ondernemingen en hun juristen dienen daarmee rekenen te houden bij het maken van beloningsafspraken en het opstellen van de relevante documentatie. Vooral nu de overgangsperiode inmiddels bijna voorbij is en de aanscherpingen dus voor alle medewerkers gelden.

Keywords

Arbeidsvoorwaarden
Beloningsbeleid
Financieel recht
Financiële ondernemingen
Variabele beloning

Auteur(s)

Kayleigh Bemelmans

Advocaat bij Loyens & Loeff N.V.

LinkedIn

Maureen te Poel

Counsel bij Loyens & Loeff N.V.

LinkedIn