Richtlijn oneerlijke bedingen: advocaat moet voldoende inzicht geven in honorarium
Rechtsvraag
1. Is een beding in een overeenkomst tussen een advocaat en een consument dat enkel het uurtarief van de advocaat vermeldt, duidelijk en begrijpelijk in de zin van artikel 4 lid 2 van Richtlijn Oneerlijke bedingen (Richtlijn 93/13/EEG, de ‘Richtlijn’)?
2. Brengt een gebrek aan transparantie van een (kern)beding zonder meer mee dat het beding oneerlijk is in de zin van artikel 3 lid 1 van de Richtlijn?
3. Welke gevolgen moeten worden verbonden aan de vaststelling dat een beding oneerlijk is?
In het kort
Op 12 januari 2023 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (het ‘HvJ’) geoordeeld dat een beding in een overeenkomst van opdracht tussen een consument en een advocaat, dat uitsluitend het uurtarief van de advocaat vermeldt, niet voldoet aan het transparantievereiste van artikel 4 lid 2 van de Richtlijn als de consument niet ook, vóórdat de overeenkomst is geslot...
Voor het lezen van dit artikel is een abonnement nodig. Login of vraag een abonnement aan.
Geen abonnement?
Dank voor uw bezoek! Als bezoeker van VAST kunt u onze blogs en wetenschappelijke artikelen inzien, alsmede een indruk krijgen van de noten en praktijkgerichte artikelen. Om alles in te kunnen zien dient u zich als abonnee aan te melden. Der eerste zes weken is nu bovendien gratis kennismaking.
Neem een abonnementKeywords
Auteur(s)
Advocaat bij Houthoff