21 Dec 2020
noot

De houder van een collectieve Wft-vergunning is, behoudens bijzondere omstandigheden, niet civielrechtelijk aansprakelijk voor tekortkomingen van een bij hem aangesloten onderneming

Rechtsvraag

1. Kunnen prejudiciële vragen worden gesteld aan de Hoge Raad?

2. Brengt artikel 2:105 lid 3 Wft een civielrechtelijke aansprakelijkheid met zich?

 

In het kort

Een werknemer van HVA, een franchisenemer van Hypotheek Visie Centrale B.V. (‘HVC’), maakt zich bij zijn advisering en bemiddeling voor eiseres schuldig aan fraude. Eiseres lijdt hierdoor een schade van € 33.000 en claimt deze bij HVC. Artikel 11 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden bepaalt: ‘Hypotheek Visie is een franchiseorganisatie met vestigingen die werkzaam ...

Voor het lezen van dit artikel is een abonnement nodig. Login of vraag een abonnement aan.

Inloggen

Mandatory field
Mandatory field
Wachtwoord vergeten?

Geen abonnement?

Dank voor uw bezoek! Als bezoeker van VAST kunt u onze blogs en wetenschappelijke artikelen inzien, alsmede een indruk krijgen van de noten en praktijkgerichte artikelen. Om alles in te kunnen zien dient u zich als abonnee aan te melden. Der eerste zes weken is nu bovendien gratis kennismaking.

Neem een abonnement

Keywords

Aangesloten onderneming
Aansprakelijkheid
Aansprakelijkheidsrecht
Burgerlijke rechtsvordering
Collectieve vergunning
Financieel recht
Franchisegever
Franchisenemer
Prejudiciƫle vragen
Verklaring voor recht

Vindplaatsen

ECLI:NL:RBAMS:2020:5408

Auteur(s)

Cees de Jong

Verbonden aan het Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) en het Expertisenetwerk voor Financieel Recht (EFR)

LinkedIn